Werk en autisme bij je kind: effect van chemische stoffen of het werk
- GJ de Heus
- 2 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen

Een baan is meer dan een inkomen. Het bepaalt je ritme, je sociale omgeving — en, zo blijkt uit nieuw onderzoek, mogelijk ook de ontwikkeling van je kind. In een recente studie gepubliceerd in het International Journal of Hygiene and Environmental Health onderzochten Amerikaanse wetenschappers of blootstelling aan bepaalde stoffen op het werk van ouders verband houdt met de ernst van autisme bij hun kinderen.
De resultaten zijn opvallend én relevant voor ouders, zorgprofessionals en beleidsmakers.
Wat werd onderzocht?
Het onderzoek maakte gebruik van gegevens uit de CHARGE-studie, een grootschalig Amerikaans project dat kinderen met autisme vergelijkt met typisch ontwikkelende kinderen. In deze analyse richtten de onderzoekers zich op 532 kinderen met een autismediagnose en verzamelden ze gedetailleerde informatie over de beroepen van hun ouders, inclusief welke chemische stoffen ze mogelijk op het werk tegenkwamen in de periode vanaf drie maanden vóór de zwangerschap tot aan de geboorte.
Wat zijn de belangrijkste bevindingen?
De onderzoekers keken niet alleen naar de diagnose van autisme, maar ook naar de ernst van de symptomen en vaardigheden op het gebied van gedrag, cognitie en dagelijkse vaardigheden. Enkele opvallende verbanden:
Plastics en polymeren (zoals PVC, bisfenol A en ftalaten): Sterk geassocieerd met ernstigere autismekenmerken, slechtere cognitieve prestaties en verminderde sociale en motorische vaardigheden.
Ethyleenoxide (gebruikt in ziekenhuizen en laboratoria): Geassocieerd met hogere scores op autisme-ernst en slechtere communicatie en dagelijkse vaardigheden.
Fenolen en farmaceutische stoffen: In verband gebracht met meer hyperactiviteit en stereotyp gedrag.
Metaalbewerkingsvloeistoffen en automaterialen: Geassocieerd met verhoogde irritatie en verminderde motorische vaardigheden.
Opvallend: veel van deze verbanden kwamen sterker naar voren bij vaders dan bij moeders, een groep die in onderzoek naar zwangerschapsinvloeden vaak onderbelicht blijft.
Waarom is dit belangrijk?
Hoewel het onderzoek geen directe oorzaak-gevolgrelatie bewijst, wijst het wel op een mogelijk risico dat tot nu toe weinig aandacht kreeg: de impact van beroepsmatige blootstelling op de neurologische ontwikkeling van kinderen. Veel van de genoemde stoffen zijn bekend als hormoonverstoorders of neurotoxische stoffen, en kunnen via de placenta of zelfs via epigenetische mechanismen invloed uitoefenen op het zich ontwikkelende brein.
Wat kunnen ouders doen?
Voor ouders die werken in sectoren zoals de gezondheidszorg, industrie, landbouw of autotechniek, is het belangrijk om bewust om te gaan met blootstelling aan chemische stoffen. Denk aan:
Werken in goed geventileerde ruimtes
Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
Overleg met een bedrijfsarts bij kinderwens
Wat moet er gebeuren?
Dit onderzoek onderstreept de noodzaak van betere voorlichting en preventie op de werkvloer. Werkgevers, arbodiensten en beleidsmakers zouden meer aandacht moeten besteden aan de mogelijke gevolgen van beroepsmatige blootstelling, niet alleen voor de werknemer, maar ook voor hun toekomstige kinderen.
Autisme is een complexe aandoening met vele oorzaken. Genetica speelt een rol, maar omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan schadelijke stoffen, verdienen meer aandacht. Dit onderzoek biedt een waardevolle stap in die richting.
Theoretisch kader: Autisme en omgevingsinvloeden via ouderlijke beroepsblootstelling
Autisme spectrum stoornis (ASS) is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die zich kenmerkt door beperkingen in sociale communicatie, repetitief gedrag en sensorische gevoeligheid. Hoewel genetische factoren een belangrijke rol spelen in de etiologie van ASS, groeit het bewijs dat omgevingsinvloeden, met name tijdens de prenatale fase, bijdragen aan de ernst en het fenotype van autisme.
Een cruciale periode voor neuroontwikkeling is de zwangerschap, waarin het brein van de foetus gevoelig is voor externe invloeden zoals toxische stoffen. Studies tonen aan dat de foetus en jonge kinderen minder goed in staat zijn om schadelijke stoffen af te breken, wat kan leiden tot verstoringen in synaptogenese, celmigratie, hormonale regulatie en immuunprocessen.
Beroepsmatige blootstelling van ouders aan stoffen zoals oplosmiddelen, metalen, pesticiden, plastics en farmaceutische chemicaliën kan plaatsvinden in sectoren zoals de gezondheidszorg, industrie, landbouw en techniek. Deze stoffen zijn vaak neurotoxisch of endocrien verstorend en kunnen via inhalatie, huidcontact of indirecte overdracht (bijvoorbeeld via sperma of placenta) invloed uitoefenen op de ontwikkeling van het kind.
Het theoretisch uitgangspunt van recent onderzoek is dat deze beroepsmatige blootstellingen niet alleen het risico op ASS kunnen verhogen, maar ook de ernst van symptomen en de ontwikkeling van cognitieve en adaptieve vaardigheden kunnen beïnvloeden. Dit sluit aan bij het bredere biopsychosociale model waarin genetische kwetsbaarheid en omgevingsfactoren samen het ontwikkelingspad van ASS vormgeven.
Comments