Neurale connectiviteit en synchronisatie bij autisme
top of page

Neurale connectiviteit en synchronisatie bij autisme

Bijgewerkt op: 6 aug. 2023

Onderzoekers hebben ontdekt dat mensen met autisme vaak afwijkende neurale connectiviteit en synchronisatie hebben tussen verschillende hersengebieden. Dit kan invloed hebben op informatie-integratie en -verwerking in de hersenen. Onderzoekers zoals Ralph-Axel Müller en Lucina Uddin hebben bijgedragen aan het onderzoek naar neurale connectiviteit door autisme met behulp van technieken zoals functionele MRI (fMRI) en elektro-encefalografie (EEG).


Ralph-Axel Müller en Lucina Uddin zijn twee prominente onderzoekers die hebben bijgedragen aan het onderzoek naar neurale connectiviteit bij autisme. Hierna volgen enkele conclusies en aanbevelingen die voortkomen uit het onderzoek naar neurale connectiviteit bij autisme:


Afwijkingen in neurale connectiviteit

Neurale connectiviteit verwijst naar de functionele en structurele verbindingen tussen verschillende hersengebieden. Het verwijst naar de manier waarop verschillende delen van de hersenen met elkaar communiceren en informatie ontstaan.


Functionele connectiviteit verwijst naar de mate waarin verschillende hersengebieden synchroon en gecoördineerd activiteitsverschijnselen tijdens roest of tijdens het uitvoeren van genomen. Dit kan worden gemeten met behulp van technieken zoals functionele MRI (fMRI) of elektro-encefalografie (EEG).

Structurele connectiviteit verwijst naar de lichamelijke bedrading van de hersenen, met name de witte stofbanen die verschillende hersengebieden met elkaar verbinden. Dit kan worden beoordeeld met behulp van technieken zoals diffusieten- of beeldvorming (DTI), die de richting en intensiteit van de waterdiffusie in de hersenen ontmoeten en informatie geeft over de structuur van de vezels.


Door de studie van neurale connectiviteit kunnen onderzoekers inzicht krijgen in de patronen van communicatie tussen verschillende hersengebieden en hoe deze patronen verband houden met cognitieve processen en gedrag. Bij autisme is er veel onderzoek gedaan naar de neurale connectiviteit, omdat veranderingen in deze connectiviteit kunnen bijdragen aan de symptomen en kenmerken van de aandoening. Door de neurale connectiviteit te onderzoeken, kunnen onderzoekers beter begrijpen hoe informatie wordt verwerkt en de werking in de hersenen en kunnen ze worden verkregen in de onderliggende neurobiologische mechanismen van autisme.


Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met autisme vaak afwijkingen vertonen in de neurale connectiviteit, wat verwijst naar de functionele en structurele verbindingen tussen verschillende hersengebieden. Deze afwijkingen kunnen leiden tot veranderingen in de informatieverwerking in de hersenen en kunnen bijdragen aan de symptomen van autisme.


Verminderde lange afstandsconnectiviteit

Er zijn verschillende onderzoeken die hebben aangetoond dat personen met autisme verminderde langeafstandsconnectiviteit in de hersenen hebben in vergelijking met neurotypische personen. Dit kan verschillende oorzaken hebben.


Een mogelijke verklaring is dat de ontwikkeling van de hersenen anders verloopt bij personen met autisme. Tijdens de ontwikkeling van de hersenen ontstaan ​​er verbindingen tussen verschillende hersengebieden die belangrijk zijn voor verschillende cognitieve processen, zoals aandacht, taal en sociale interactie. Bij personen met autisme lijkt deze ontwikkeling anders te verlopen, waardoor er minder verbindingen ontstaan ​​tussen verschillende hersengebieden.


Een andere mogelijke verklaring is dat er bij personen met autisme sprake is van een overmatige activiteit in bepaalde hersengebieden, waardoor er minder activiteit in andere hersengebieden is. Dit kan leiden tot verminderde lange afstandsconnectiviteit.


Het is belangrijk om op te merken dat er nog veel onbekend is over de oorzaken van verminderde langeafstandsconnectiviteit bij personen met autisme. Meer onderzoek is nodig om hier een volledig beeld van te krijgen.


Sterkere lokale connectiviteit

Aan de andere kant hebben sommige onderzoeken aangetoond dat mensen met autisme vaak een sterkere lokale connectiviteit hebben binnen specifieke hersengebieden. Dit kan resulteren in een verbeterde focus op details en een gedetailleerde verwerking van specifieke informatie, maar kan ook leiden tot problemen bij de hoeveelheid informatie over verschillende domeinen.


Sterkere lokale connectiviteit in de hersenen bij mensen met autisme verwijst naar een verhoogde verbinding en communicatie binnen specifieke hersengebieden. Deze verhoogde lokale connectiviteit kan positieve aspecten hebben:


Gunstige aspecten:

  1. Gedetailleerde verwerking: Sterkere lokale connectiviteit kan worden verwerkt in een gedetailleerdere verwerking van informatie binnen specifieke gebieden. Dit kan leiden tot een diepgaande analyse van details en een diepgaande kennis van specifieke onderwerpen van interesses.

  2. Specialisatie en expertise: De verhoogde connectiviteit binnen bepaalde hersengebieden kan bijdragen aan het ontwikkelen van specifieke vaardigheden en expertise op bepaalde gebieden. Mensen met autisme kunnen uitblinken in bepaalde academische, artistieke of technische domeinen.

Aan de andere kant kan overmatige lokale connectiviteit ook een valkuil zijn. Het kan er toe leiden dat mensen met autisme moeite hebben met de voortgang van informatie tussen verschillende hersengebieden, wat de verwerking van complexe informatie kan bemoeilijken. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot problemen met sociale interactie, communicatie en flexibel denken.


Individuele verschillen

Het is belangrijk om te benadrukken dat er een grote individuele variatie is bij mensen met autisme, dus niet alle mensen met autisme hebben dezelfde hersenstructuur of -functie. Bovendien blijft er nog veel onderzoek nodig om de complexe relatie tussen neurale connectiviteit en autisme volledig te begrijpen.


Het onderzoek naar neurale connectiviteit bij autisme heeft aangetoond dat er individuele verschillen zijn. Niet alle mensen met autisme vertonen dezelfde patronen van connectiviteitsveranderingen, en deze verschillen kunnen worden geassocieerd met variaties in psychische en cognitieve vaardigheden.


Deze onderzoeken hebben geleid tot een betere kennis van de neurobiologische basis van autisme en kan richting geven aan de ontwikkeling van nieuwe diagnostische methoden en behandelingen. Verder onderzoek is echter nodig om een ​​vollediger beeld te krijgen van de neurale connectiviteit bij autisme en de implicaties ervan.

25 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Help autismeportaal up-to-date te houden
Laat een eenmalige donatie achter en krijg toegang tot exclusieve blogs en programma's.
€

Bedankt dat je ons helpt het verschil te maken!

bottom of page